“Nadia, weet je wat handig zou zijn voor het team? Als jij alle Marokkaanse gezinnen gaat begeleiden!” Er volgt enthousiast bijval van een aantal andere collega’s; het zou handig zijn qua taal, religie, kennis van cultuur en van nature beter kunnen aansluiten bij de cliënt.
Ik weet dat dit goed bedoeld is van mijn collega en ik snap in grote lijnen de gedachtegang. Toch sta ik van dit soort opmerkingen altijd weer te kijken. Ook voel ik de ruimte om mijn antwoord te combineren met een korte stoomcursus Marokko. Ik adem in en uit en antwoord: “Dat lijkt mij niet. Los van dat ik binnen mijn werk van afwisseling houd – ook als het gaat om de afkomst van mijn cliënten – is het helemaal niet zo vanzelfsprekend dat een traject makkelijker gaat als de hulpverlener van dezelfde afkomst is.”
Marokko bestaat uit verschillende regio’s, met verschillende stammen, dialecten en gebruiken. Hoe iemand invulling geeft aan zijn/haar religie is voor iedereen anders. Schaamte om over je problemen en zorgen te spreken met iemand uit je eigen cultuur kunnen een drempel vormen in de begeleiding. Het is echt niet makkelijker om je ‘vuile was buiten te hangen’ bij iemand die op het oog enigszins hetzelfde lijkt te zijn. Hoe ik mij verhoud tussen twee culturen kan zo anders zijn dan mijn potentiële cliënten en kan daarbij ook weer verschillen per generatie. Om van de verschillen qua karakter en persoon nog maar te zwijgen. Daarbij spreek ik het Darija (Marokkaans-Arabisch) niet goed genoeg om een volledig hulpverleningsgesprek te voeren. Laat staan het Tarifit (taal uit het Rifgebergte in Noord-Marokko), het Tamazigh (de taal uit de midden en hoge Atlas en een deel van de woestijngebieden) en het Tashelhut en Sluh (de taal uit het Zuiden, Souss-gebied in de Atlas). Het is een beetje alsof je mij met mijn Amsterdamse tongval in gesprek laat gaan met iemand uit Twente, Limburg of Friesland die in zijn eigen taal/dialect spreekt. Gaan we verder met het volgende agendapunt van de vergadering of zijn er nog vragen?
Cultuursensitief werken & intercultureel werken
Deze begrippen zijn al jaren bekend binnen hulpverleningsland en worden als belangrijk beschouwd. Hoe hier invulling aan wordt gegeven, lijkt van persoon tot persoon te verschillen.
Een aantal maanden geleden moesten wij binnen mijn toenmalige organisatie verplicht een training cultuursensitief werken volgen. Superbelangrijk en leerzaam. Toch mis ik dan een hele hoop informatie. Informatie die wellicht ook te veel is om te leren in een training. Want waar moet je beginnen? En moet je alle afkomsten uit binnen- en buitenland de revue laten passeren die onze multiculturele samenleving rijk is?
Open en transparant communiceren met je cliënt, vragen durven stellen, het afzetten van onze westerse bril, oprecht nieuwsgierig en geïnteresseerd zijn: dat zijn voor mij persoonlijk de vaardigheden/tools die mij helpen om aan te sluiten bij iedereen. In gesprekken/begeleiding met een cliënt die een andere afkomst heeft dan ik, leren wij hier beiden van en dit levert een hele hoop begrip, bewustwording en mogelijkheden tot een positieve samenwerking en succeservaringen op. Ook hilarische momenten!
Kruipend door de woonkamer
Een aantal jaar geleden kwam er via Veilig Thuis een aanmelding met het label ‘psychische mishandeling’. Een meisje had kruipend door de woonkamer naar haar vader moeten gaan en zijn voeten moeten aanraken terwijl zij om vergeving vroeg voor haar slechte gedrag. Met mijn summiere kennis van de Ghanese cultuur en mijn westerse bril op was mijn eerste gedachte: wat denigrerend en kleinerend. Met het besef dat ik geen positieve binnenkomer heb als ik zo bij een gezin aankom, was ik mij ervan bewust dat ik dit anders moest aanpakken. Ik heb met deze ouders en het meisje besproken wat er in de melding stond en dat ik benieuwd was wat het verhaal hierachter was. De moeder sprak goed Engels, maar de vader niet. Om toch een open gesprek met alle betrokkenen te kunnen hebben, vroeg ik een collega om hulp die kan tolken in het Twi. Want let op: de voertaal in Ghana is Engels, maar er zijn ontzettend veel talen, vraag dit uit! Samen gingen wij een paar dagen later nogmaals naar het gezin. In de stam van de familie bleek dit een gebruikelijk ritueel, als het ware een soort boetedoening naar de familie-oudste. Met behulp van mijn collega heb ik uitgelegd dat dit vanuit de westerse psychologie anders wordt gezien en dat wij, aangezien wij in Nederland wonen, een ander alternatief moesten zoeken als sanctie.
Voor deze ouders was dit ritueel en/of het geven van een klap de straffen die zij vanuit hun eigen opvoeding kenden. Met elkaar hebben wij mogelijke alternatieven besproken voor de grote mond en het te laat thuiskomen van hun dochter. Na het maken van veiligheidsafspraken maakten wij een afspraak voor een week later.
Door dit contact heb ik meer geleerd over verschillende opvoedstijlen, visies, stammen, talen en gebruiken binnen de Ghanese gemeenschap. Wat deze ouders op hun beurt hadden geleerd, werd mij in de loop van de week duidelijk. Terwijl ik op de school van dit meisje de trap opliep, werd ik op mijn rug getikt. Daar stond het meisje, dat quasi verongelijkt maar met een lach op haar gezicht zei: “Mevrouw Nadia, u wordt bedankt hè. Ik heb nu al twee keer voor straf de afwas moeten doen thuis! In mijn eentje!”
Ik ben van mening dat elke hulpverlener binnen onze multiculturele samenleving alle mensen zou moeten kunnen begeleiden. Natuurlijk is het fijn dat je af en toe de hulp kunt inroepen van een collega met dezelfde afkomst als die van een cliënt. Om te sparren, een keer mee te gaan, uitleg aan te vragen, noem maar op. Indien nodig, wenselijk en mogelijk is het handig om wel een hulpverlener met dezelfde afkomst aan een cliënt te koppelen. Maar laten wij ons allen vooral bewust zijn van het feit dat communicatie en respect de sleutelwoorden zijn.